De vroegste vondsten
Er kan aangenomen worden dat de "Zwalmstreek" reeds zeer vroeg door mensen bewoond moet geweest zijn.
In Nederzwalm vond Johan Rommelaere in 1986 tijdens veldprospectie gepolijste silexbijltjes en pijlpunten, waarvan de oorsprong teruggaat tot ver vòòr onze tijdrekening, wat echter nog niet wijst op een vroege bewoning. De mensen waren toen nog jagers en voedselverzamelaars en hadden geen vaste standplaats.
Het Romeinse tijdperk
Bij de inval van de Romeinen in 57 vr. Chr., was de streek rond de Zwalmbeek bewoond door Nerviërs, die van Overrijnse oorsprong waren.
In "De bello Gallico" van Julius Caesar, wordt een slag beschreven die plaats had tussen de Nerviërs en de Romeinen in het jaar 54 vr. Chr. Algemeen wordt door historici aanvaard, dat deze strijd plaats vond aan de Samber. Historicus de Castillon verdedigt echter de stelling dat deze slag aan de Zwalm dient te worden gesitueerd, in de driehoek tussen Velzeke, Roborst en Rozebeke. Naast de beschrijving van het gevechtsterrein, een brede vallei waarin een beek vloeide en een Romeins legerkamp op een hoogte gelegen, brengt hij daarvoor nog talrijke andere argumenten aan. Feit is dat reeds onder Keizer Augustus, in Velzeke een belangrijk Romeins legerkamp bestond, waaruit later een Gallo-Romeins vicus is gegroeid met verschillende zelfstandige boerderijen (villae) en zelfs met twee heiligdommen (fana).
In de Gallo-Romeinse tijd was het ganse Zuid-Oost-Vlaamse gebied trouwens bezaaid met een dicht net van "villae”.
De Romeinse heirweg die Boulogne-sur-Mer met Keulen verbond, kwam langs Velzeke (en langs Nederzwalm) en een andere heirweg liep van Bavay naar Velzeke.
Op talrijke plaatsen in de Zwalmstreek, heeft men Romeinse en Gallo-Romeinse geldstukken en vaatwerk teruggevonden.
Middeleeuwen
Uit de Merovingische tijd zijn in de streek van Zuid-Oost-Vlaanderen een tiental begraafplaatsen bekend. Uit de teruggevonden voorwerpen van een begraafplaats, die in 1955 te Beerlegem werd blootgelegd, herkende men de rustplaats van een heer met zijn vrouw en verschillende laten.
Voortgaande op de etymologische betekenis van de verschillende dorpsnamen, gaat de oorsprong van de meeste dorpen in Zuid-Oost-Vlaanderen waarschijnlijk tot de Merovingische tijd terug.
Een van de oudste geschreven documenten over de Zwalmstreek gaat over de deelgemeente Dikkele. In 822 wordt ze voor het eerst vermeld onder de naam "Decla” in een charter, waarbij de Duitse keizer Lodewijk aan de Gentse St.-Amandsabdij verscheidene goederen schenkt. In de annalen van 820 van de Sint-Pietersabdij wordt "Laethem” vermeld.
In die tijd behoorde het ganse gebied ten oosten van de Schelde immers tot de invloedssfeer van het Duitse Keizerrijk, terwijl het gebied ten westen van de Schelde tot het Graafschap Vlaanderen behoorde, dat zelf een leengebied was van de Franse Koning.
De kerstening en "molendinum Sualma"
In een document uit 1036 wordt melding gemaakt van een schenking, eveneens te Dikkele, van een "villa cum ecclesia” wat er op wijst dat rond het jaar 1000 de Zwalmstreek al geruime tijd gekerstend moet zijn geweest. Algemeen wordt aangenomen dat die kerstening vanaf de 8ste eeuw op gang is gekomen. Monniken van de Gentse St.-Baafsabdij hadden vanaf die tijd een nederzetting te Munkzwalm. Ze bouwden er als eerste in de streek een watermolen. In een akte van 1040 lezen we : "et molendinum super fluviolum Sualma...”.
Onder Boudewijn V, Graaf van Vlaanderen (1035-1067), werd het ganse gebied tussen de Schelde, het hertogdom Brabant en het Graafschap Henegouwen op de Duitse Keizer veroverd. Dit gebied, waarin de Zwalmstreek lag, werd voortaan Land van Aalst genoemd. Het behoorde tot Keizerrijk Vlaanderen en bleef leenhulde aan de Duitse Keizer verschuldigd, in tegenstelling tot het gebied ten westen van de Schelde dat Kroon-Vlaanderen werd genoemd en leenhulde verschuldigd was aan de Franse koning.
...tot de Fransen
Het gebied van de Zwalm werd vanaf de 12de eeuw in leen gegeven aan de Heren van Gavere en Zottegem. Deze situatie bleef nagenoeg ongewijzigd tot aan de Franse Revolutie, gedurende gans de tijd van het Ancien Régime.
Kerkelijk behoorden de parochies van de Zwalmstreek eerst tot het bisdom Kamerijk. Bij de herschikking van de bisdommen in 1559 kwamen ze onder het aartsbisdom Mechelen.
Bij de afschaffing van de oude kasselrijen en heerlijkheden, tijdens de Franse overheersing (1794-1815), kregen de verschillende gemeenten, die tot dan toe onder de voogdij hadden gestaan van de Heren van Gavere of van Zottegem, hun eigen zelfstandigheid, onder het gezag van een burgemeester. De verschillende parochies kwamen onder het bestuur van het bisdom Gent.
2017: 40 jaar Zwalm
Vanaf de 19de eeuw werden vier fusies uitgevoerd. In 1808 werden Wijlegem en Sint-Denijs-Boekel samengevoegd. In 1829 werd er onderhandeld om Meilegem, Dikkele, Paulatem en Beerlegem samen te voegen, maar het bleef bij onderhandelen. In 1850 smolten Nederzwalm en Hermelgem samen tot Nederzwalm-Hermelgem. En dan zijn er de zogenaamde algemene fusies van 1971, waarbij alle huidige deelgemeenten behalve Nederzwalm-Hermelgem bij Munkzwalm werden ondergebracht. De laatste algemene fusie dateert van 1977 toen (groot) Munkzwalm en Nederzwalm-Hermelgem werden samengevoegd tot het huidige Zwalm.