Zoeken

Home  /  Wonen & leefomgeving  /  Milieu en natuur  /  Boom en bos  /  Elk een boom  /  Zwarte moerbei

Zwarte moerbei

De zwarte moerbei is een langzaam groeiende, breed uitgroeiende boom of grote struik die bekendstaat om zijn decoratieve vorm en smakelijke, donkerpaarse vruchten. Oorspronkelijk afkomstig uit West-Azië, is hij al sinds de oudheid in Europa in cultuur. De vruchten zijn eetbaar, rijk aan smaak en populair in jam, desserts of vers van de boom. In tegenstelling tot de witte moerbei (Morus alba) is Morus nigra beter aangepast aan een gematigd klimaat en wordt hij vooral om zijn vruchtkwaliteit gewaardeerd. Hij gedijt het beste op een warme, beschutte plek met goed doorlatende grond.

Blad

  • Vorm: Breed hartvormig tot handvormig gelobd

  • Textuur: Ruw en behaard aan bovenkant

  • Grootte: 10–20 cm lang

  • Kleur: Donkergroen in de zomer, geel in de herfst

  • Afvallend: Ja

Bloei

  • Bloeitijd: Mei – juni

  • Bloemen: Onopvallend, groenachtig-wit

  • Bloeiwijze: Katjes (mannelijk en vrouwelijk op dezelfde plant)

  • Bestuiving: Door wind en insecten (vooral vliegen en bijen)

Vrucht

  • Vruchttijd: Juli – augustus

  • Vorm: Langwerpige schijnvrucht, lijkend op een braam

  • Kleur: Donkerpaars tot zwart bij rijping

  • Smaak: Zeer aromatisch, zoetzuur

  • Gebruik: Vers, in confituur, sap, wijn, gedroogd

  • Let op: Vruchtvlekken zijn sterk kleurend!

Ecologie

  • Bestuivers: Insecten zoals bijen, vliegen

  • Vruchten: Geliefd bij vogels (merels, spreeuwen)

  • Waardplant: Niet specifiek belangrijk voor veel insectensoorten, maar draagt indirect bij aan biodiversiteit door vruchtproductie

  • Ziekten: Relatief weinig last van ziekten of plagen

  • Bodemeisen: Goed doorlatende, vruchtbare grond; bestand tegen droogte

  • Klimaat: Verdraagt hitte goed, maar gevoelig voor strenge vorst in jonge jaren